Categories
Geen onderdeel van een categorie

Meer kleur

Eind november is de Gebruiker Centraal conferentie en ik ben dit jaar de host. Van de week sprak ik een van de sprekers en zij vertelde dat ze niet op een all-white-conference wilde staan. Ze had wel een aantal namen van goede sprekers van kleur die we konden uitnodigen, eventueel in haar plaats.

In dit blog een aantal overpeinzingen dat er, vanwaar ik kan zien, weinig ontwerpers van kleur bij de overheid werken en waarom dat een probleem is.

Een erg wit lijstje

Een maand voor mijn gesprek met de spreker in kwestie, was ik op zoek naar leuke sprekers voor de shortlist. Ik wilde natuurlijk veel goede vrouwen die echt wat te zeggen hebben, daar zijn er best veel van namelijk. Natuurlijk wat mannen, maar geen pannenkoeken please, ook zij moeten echt wat kunnen melden. Ik keek trots naar mijn lijstje waar stiekem meer vrouwen opstonden dan mannen, gna gna. Je snapt het, ik ben die all-male-conferences goed zat.

Alleen, mijn lijstje was erg wit. That bugged me. Ik zocht door, maar wist niet zo goed hoe. Als je op LinkedIn zoekt naar ontwerpers of iets met ‘design thinking’ in combinatie met ‘overheid’ scroll je door lijsten van witte mensen. In mijn eigen netwerk (en die is niet klein) zitten ook vooral veel witte mensen. Hardop op twitter vragen naar tips, daar voelde ik behoorlijk wat schroom. Hoe formuleer ik die vraag?

Na het videobellen bleef ik nog even hangen in de call met mede-organisator Robert. We wilden het beide anders. Natuurlijk gingen we iemand vragen van haar lijstje, maar de dagen erna bleef het dus in mijn hoofd zitten. Waarom ken ik zo weinig ontwerpers van kleur in Nederland? Die zijn er vast wel, dat moet wel.

“Hoe begin je?” vroeg ik Robert. “Knal ik gewoon op Twitter: ‘hallo, ontwerpers van kleur, where are you?” “Ja, misschien is dat wel het begin.”

Design bij de overheid is te wit en dat is een probleem

De kern van design thinking is dat je bij de mens begint. Het menselijk perspectief is leidend, en vervolgens stem je de organisatorische en technische belangen af. De overheid is er voor iedereen, of tenminste dat zou moeten. Dat betekent ook voor mensen die niet wit zijn. Volgens mij zijn witte mensen veruit de meerderheid bij de overheid. Ze kijken naar me vanaf hun LinkedInprofielen en vanaf de plaatjes die bij overheidsvacatures staan en uitgelicht worden op Twitter. Ze staan op de podia van overheidscongressen en zelfs mijn portretserie De Begripvolle Ambtenaar is een galerij van witte mensen.

In mijn onderzoek naar welke rol begrip heeft bij de digitale overheid ontdekte ik dat techniek niet neutraal is. De witte makers van de digitale overheid stoppen onbewust stukjes van zichzelf in wat ze maken. Stukjes over hoe ze de wereld zien, wat goed of slecht gedrag is en hoe wetten geïnterpreteerd worden. Het is mensenwerk dat op dit moment vooral door witte mensen wordt gedaan. Techniek weerspiegelt onze culturele en politieke waarden. Ik schreef hier het essay ‘Begrip bij de overheid’ over.

Als wit de norm is, en jij bent de norm, dan valt het je moeilijk op hoe mensen die niet die norm zijn je digitale diensten ervaren. Het heeft zoveel voordelen om een diverser team te hebben. Om meer perspectieven te hebben en niet klakkeloos de norm te volgen die niet voor iedereen normaal is.

In 2017 deed ik onderzoek naar Inburgeren in Nederland. Ik kom uit Suriname en verhuisde naar Nederland toen ik 14 was. Mijn eigen heimwee kwam terug tijdens het onderzoek. De mix van emoties die ik voelde toen ik moest ‘vernederlandsen’ herkende ik in de inburgeraars met wie ik onderzoek deed. Mijn onderzoek werd rijker. Onze gesprekken gingen meer de diepte in over culturele verschillen, hoe het eigenlijk is om van land te verhuizen en welke invloed dat heeft op het inburgeringstraject. Mijn achtergrond hielp juist om dit onderzoek te doen.

Mijn collega Ruth die zelf een Caribische achtergrond heeft, deed vorig jaar onderzoek naar schuldenlasten in Caribisch Nederland. Juist door haar achtergrond had ze een ander beginpunt, sprak ze dezelfde taal, wist ze de juiste culturele verschillen en werd het onderzoek beter dan wanneer ik het bijvoorbeeld had gedaan.

Toen we voor CoronaMelder de Arabische versie van de app testten, voelde ik me onbeholpen. Ik wist niet eens waar ik op moest letten. De taal natuurlijk, maar doordat het Arabisch ook van rechts naar links is verandert ook de gebruikersinterface van de app. Op Twitter leerde ik dat alleen al over de leesbaarheid van Arabische fonts je een avond kunt tweeten. Hier kom je alleen achter als je intensief samenwerkt met mensen met een Arabische achtergrond, nog beter als zij in je team zitten.

Doen we genoeg moeite?

Toen ik collega’s vroeg of ik hen mocht fotograferen als een begripvolle ambtenaar waren dat vooral witte mannen. Na de vijfde foto kon ik er niet meer omheen. “Ik moet meer vrouwen vragen”, dacht ik. Na de zevende foto keek ik naar de prints die in mijn studio hingen en dacht ik “iedereen is wit, dat wil ik niet”. Ik kreeg er soms buikpijn van. Waar ik het soms moeilijk vond om een vrouw te vinden op een afdeling vol ict’ers, vond ik het nog moeilijker om iemand van kleur te vinden. En, vraag ik die persoon dan alleen, omdat ze een vrouw is, of omdat ze van kleur zijn, nee, het gaat juist om de inhoudelijke baan. Ik stoeide vaak met deze vragen.

We kunnen ze niet vinden, omdat ze er niet lijken te zijn. En omdat ze er niet lijken te zijn, vragen we hen er ook niet bij.

‘Maar als je goed bent, kom je vanzelf wel boven drijven, toch?’ Dat is niet waar.

Toen ik 7 jaar geleden begon als onderzoeker bij de overheid kwam ik niet bovendrijven omdat ik zo goed was. Nee, ik zag een kans, was brutaal en zei dat ik het kon. Ik had alle stoplichten mee. Ik had mazzel. Ik kende de persoon die erover ging en ik heb mezelf naar binnen gebluft. Ik kreeg de kans.

Daarna heb ik me als een bezetene gestort op de materie, boeken gelezen, hardop vragen gesteld, en begon ik deze blog om te delen wat ik leerde. Mijn collega Ruth vertelde me eens dat omdat zij zwart is, ze altijd het gevoel heeft dat ze harder moet werken, meer moet bewijzen en niet kan bluffen zonder direct door de mand te vallen.

Hier is veel onderzoek naar gedaan. Als je wit bent, is het makkelijker om ‘naar boven te drijven’ dan wanneer je zwart bent. Het boek ‘Hallo witte mensen’ van Anousha Nzume is een mooi startpunt als je hier meer over wilt weten.

Ik wil hier graag in veranderen.

Daarom lijkt het me leuk om ontwerpers van kleur te leren kennen, vooral als je bij de overheid werkt. Stuur me een berichtje op Twitter of een mailtje naar maikeklip @ gmail . com. Wie zijn jullie, hoe zien jullie het? En hoe kunnen we het samen veranderen?