Kan een ontwerpende aanpak tot een beter bestuur leiden?
Tijdens het evenement Van stuurloos naar stuurkracht, georganiseerd door PONT, vertelde Kustaw Bessems over zijn nieuwe boek Stuurloos. De zaal zat vol geïnteresseerden in de overlap tussen ontwerpen en overheid. Kustaw noemde 4 patronen die moeilijk gaan bij de overheid, en per patroon vertelde een ontwerper over de eigen praktijk in een publieke context en hoe zo’n patroon doorbroken kan worden.
Een van de patronen was bijvoorbeeld dat de overheid opgeknipt is in verschillende specialismen die op hun eigen vierkante centimeter hard aan het werk zijn. Hierdoor is er vaak geen oog voor het geheel en worden problemen vanuit die afzonderlijke hokjes opgepakt. Dat leidt alleen niet tot goede oplossingen voor de grote maatschappelijke problemen.
Een belangrijk principe van mensgericht ontwerpen is juist ‘uitgaan van de gehele ervaring van de gebruiker’ en van daaruit diensten en beleid ontwerpen. Ik vertelde hoe in de casus die ik onderzoek, het programma Clustering Rijksincasso, dit principe toegepast wordt en tot welke nieuwe diensten dit leidt.
Wil je mijn onderzoek volgen, abonneer je dan op mijn maandelijkse nieuwsbrief.
Een duidelijke kloof
‘Hoe kan een ontwerpende aanpak leiden tot een beter bestuur?’ Samen met het publiek bespraken we wat er nodig is om ‘het te laten werken’ en welke ingrediënten er al zijn binnen de overheid. Tegelijkertijd zagen we ook een duidelijke kloof.
In de trein terug zat ik daar nog wat over te peinzen. Niet alleen, want met een aantal ontwerpvrienden bij de overheid die er ook waren, appte ik er nog vrolijk over door.
Ik zie inderdaad ook een kloof. Gelukkig maar, want hij vormt de basis voor mijn promotieonderzoek. Ik zie twee oorzaken.
De ratio botst met de creativiteit
Ten eerste is de overheidspraktijk inderdaad weerbarstig voor ontwerpers. In het openbaar bestuur heerst een hiërarchie waarin feedback van burgers, als gebruikers van diensten, moet concurreren met democratisch besloten beleidsaanpassingen. Dit leidt tot een vrij rationele en technocratische benadering van het maken van beleid en diensten en staat haaks op de empathische en creatieve aard van een ontwerpende aanpak. Dit schrijf ik ook in mijn eerste onderzoekspublicatie van mijn PhD.
Het gevolg hiervan is dat design vaak wordt gezien als een uitzondering: een creatief project, slechts voor het topje van de dienstverlening, of in het ergste geval – maar nu doe ik heel cynisch – als een leuke teambuildingsactiviteit. Veel ontwerpers die bij of voor de overheid werken, zullen dit herkennen. Het voelt soms alsof je tegen de stroom in aan het werk bent.
Naïef over publieke tradities
De tweede oorzaak vind je als je de zaak vanaf de andere kant bekijkt. De ontwerpende aanpak, zoals hij op veel designuniversiteiten en kunstacademies onderwezen wordt, houdt geen, of in ieder geval veel te weinig, rekening met essentiële bestuurlijke tradities zoals democratie en de rechtsstaat.
Ontwerpers zien zichzelf nog te vaak als visionairs en ook onder collega-ontwerpers in Nederland hoor ik regelmatig opmerkingen over ‘die ambtenaren’ en ‘die overheid’. Ik voel dan altijd wat cringe omdat juist ontwerpers een diep begrip van deze tradities nodig hebben om hun kwaliteiten te kunnen bieden aan die overheid. Als je als ontwerper bij de overheid iets wilt doen, en je weet niet wat de AwB is, dan ben je eigenlijk al af, vind ik.
Je begrijpt vast hoe blij ik was toen vorig jaar, tijdens een gastcollege voor eerstejaars studenten Industrieel Ontwerpen in Delft, een groepje de Wet op de Studiefinanciering erbij pakte voor hun groepsopdracht over de uitwonenden beurs controle van DUO.
Wil je een spoedcursus rechtsstatelijke tradities? Lees dan vooral de eerste hoofdstukken van Kustaws boek Stuurloos.
Sterker nog…
We doen de overheid eigenlijk te kort door te doen alsof de ontwerpende aanpak nieuw is en dat ze dat moet leren. Ontwerpen is haar kerntaak en dat doet ze al sinds jaar en dag. De overheid maakt continu strategieën, beleid en diensten om elke dag een betere samenleving te creëren. Ze werkt samen en betrekt verschillende perspectieven. Kortom: ze ontwerpt. Alleen doet ze dat vanuit een andere logica, maar dit is net zo goed een ontwerpende logica. Dit stelt Geert Brinkman, promovendus aan de faculteit Bestuurskunde van de Erasmus Universiteit.
De kloof is misschien veel kleiner dan we denken.
Ik denk daarom dat het tijd is om een ander verhaal te vertellen over dit onderwerp. Een verhaal waarin de expertise van ambtenaren en ontwerpers beide gelijkwaardig wordt omarmd. Een bescheiden verhaal over wat zij elkaar kunnen bieden en vooral veel nieuwsgierigheid naar de kwaliteiten over en weer. Een verhaal waarin we samen op zoek gaan naar hoe onze werkwijzen aangepast moeten worden, die van de overheid én die van ontwerpers.
Samen met Geert host ik een panel tijdens de wetenschappelijke NIG Conferentie in Gent op 6 en 7 februari 2025 om dit nieuwe verhaal te verkennen. Meld je aan voor ons panel 13 om mee te doen.
We zijn op zoek naar hoe die gecombineerde ontwerpbenadering eruit kan zien en zijn benieuwd naar andere wetenschappers die hier onderzoek naar doen. Je kunt ook meedoen als je met een onderzoeksidee rondloopt en daar feedback op wilt. Wie weet wil je ooit ook nog eens zo’n PhD-avontuur aangaan! Meld je dan zeker aan.
Verder lezen?
- Het proces vertrouwen is niet genoeg. De eerste inzichten uit mijn eigen promotieonderzoek.
- Bessems, K (2024). Stuurloos. Wegwijzers voor een land op drift. Das Mag Uitgeverij.
- Brinkman, G., van Buuren, A., Voorberg, W., & van der Bijl-Brouwer, M. (2023). Making way for design thinking in the public sector: a taxonomy of strategies. Policy Design and Practice, 6(3), 241-265.