Categorieën
Promoklip

Recap 2025

Ik schrijf inmiddels elk jaar een terugblik in December, en nu al 3 jaar op een rij gaat die over mijn PhD-onderzoek naar overheidsdiensten die goed zijn voor mensen.

Wil je mijn onderzoek volgen, abonneer je dan op mijn maandelijkse nieuwsbrief.

Ik heb niet eerder zo’n lang onderzoek gedaan, en ik denk dat we de blog over 2025 redelijk goed kunnen samenvatten met deze meme. Maar, spoiler, dit jaar eindigt wel heel positief!

Leuke meme
Leuke meme

De naïviteit er inmiddels wel af is. Een PhD doen is zwaar. Mentaal, inhoudelijk, soms ook fysiek. Maar dit jaar is er ook iets veranderd, gelukkig. Ik ben minder aan het zoeken en meer aan het kiezen. Ik wil niet meer alles doen, ik wil vooral afmaken nu.

Start van het jaar

2025 begon met het opruimen van een mentale en analytische kater uit het najaar van 2024. Ik zat vast in mijn data-analyse. Niet omdat ik te weinig data had, integendeel, maar omdat ik het overzicht kwijt was. Te veel codes, te veel lagen, te veel dingen die wel interessant waren maar nog niet hielpen om scherpe conclusies te trekken. Ik had geen idee hoe ik verder moest en de moed zonk me in de schoenen bij het idee dat ik die enorme berg data opnieuw door moest.

In het nieuwe jaar begon ik met een nieuw codeerschema. Niet meer alleen datagedreven, maar ook met inzichten en kaders uit de literatuur. Ik deed dit direct voor de twee artikelen die ik over de praktijk wilde schrijven. Voor het ene gebruikte ik de ISO-standaard Mensgericht Ontwerpen als houvast. Voor het andere maakte ik, op basis van literatuur, een overzicht van alles wat je binnen de overheid met elkaar moet uitlijnen wanneer je diensten ontwikkelt zoals het programma Clustering Rijksincasso (mijn casus) doet. Dat combineerde ik met de fases van het programma zelf, die ik al uit de eerste ronde data-analyse had gehaald.

Nu ik het zo opschrijf denk ik, oke, dit zit best goed in elkaar. Maar het was een enorme kluif om er te komen. En vooral om daarna, met deze nieuwe analyse structuur, opnieuw alle dagboeken, interviews en documenten door te ploegen. Tot aan de zomer plande ik elke week heel gedisciplineerd 2-3 documenten in die ik met deze nieuwe aanpak codeerde. Hierdoor stond vlak voor de zomer de dataset netjes klaar voor verdere analyse tijdens het schrijven van de twee artikelen.

Voorjaar

In het voorjaar kreeg Aniek, mijn medepromovenda uit Delft (en vorige week gepromoveerd!!) het schrijfvirus om haar artikelen en proefschrift af te maken. Zij loopt een jaar op mij voor en haar schrijfvirus was besmettelijk.

Aangezien ik al meer dan teveel data had, nam ik steeds meer een stap terug uit de praktijk. Ik werkte nog wel mee aan projecten, maar niet meer wekelijks en ik schreef ook lang niet meer alles op. (Want dan hoef je het ook niet te coderen, hey, hey!). Ik pakte mijn conceptuele framework erbij waar we in 2024 een begin mee hadden gemaakt, maar die ook al een tijd stil lag. Deze wilde ik als eerste afschrijven.

Conceptuele artikelen zijn een eigen genre: alles moet kloppen, elke term moet op zijn plek vallen en er zijn eigenlijk niet echt regels of templates voor qua structuur. Voor de zomer lukte me het om het framework zelf en de onderbouwing redelijk scherp te krijgen, maar qua positionering en structuur bleef het te breed en miste het focus.

Achteraf denk ik dat ik de literatuurstudie simpeler had moeten opzetten. Een eigen conceptueel framework maken is ook ambitieus voor een PhD, zeker in combinatie met een doorlopende etnografische studie van 2,5 jaar in de praktijk. Maar goed: als de truck eenmaal op snelheid is, ga je hem niet halverwege dwars op de weg keren.

Geen rondslingerende blaadjes, maar alles in boekjes en goed genummerd

Vlak voor de zomer besloot ik dat ik helemaal stopte met data verzamelen. De collectie ging op slot. Ook al gebeuren er super interessante dingen, ik had genoeg. Dit zorgde voor veel rust in m’n hoofd. Uiteraard hielp ik soms collega’s nog wel met iets, maar ik hoefde niet meer super alert te zijn of ik er vervolgens ook iets mee moest voor het onderzoek. Het gaf me ruimte om na de zomer écht te gaan schrijven.

Zomer

Ik had al langer last van wat gekke lichamelijke klachten. Maar toen ik tijdens de vakantie heerlijk pijnvrij door de Franse bergen liep, en vooral toen binnen 2 weken achter de laptop alle klachten weer heel snel terugkwamen, wist ik genoeg. Het lukte me niet meer om opgebouwde stress goed af te voeren in m’n lijf. Ik had mezelf aangeleerd om te lang op discipline door te zetten, mind over body, of om in de juiste sfeer te blijven: de schuld was te ver opgelopen en inmiddels stond de deurwaarder op de stoep. Ook tijdens het schrijven van dit blog lees ik weer in de recap van 2024: “vakantie schiet erbij in”.

Beste veel mensen die ik dit vertel, zeggen “Ja, dat hoort bij een PhD doen.” Maar waarom eigenlijk? Waarom vinden we het zo normaal dat promovendi structureel over hun grenzen gaan?

Boundaries

Na de zomer besloot ik dat ik zo niet door wilde. Dan maar minder ambitieus, een minder dik boek, maar ik heb geen zin om kapot te gaan. Het proefschrift hoeft niet alles te zeggen wat ik ooit nog wil zeggen over goede overheidsdiensten. Het moet vooral goed genoeg zijn, en af.

Dit wordt het nu, voor wie interesse heeft in de inhoudsopgave.

Najaar

In het najaar reisde ik weer naar Zweden om samen te werken met een van mijn promotoren. Daar keken we opnieuw naar de positionering van het conceptuele artikel. De inhoud bleef grotendeels hetzelfde, maar de opzet werd simpeler. Minder lagen, minder claims en een duidelijkere focus. De komende tijd werk ik dit verder uit, met als voorzichtig doel om het in het voorjaar van 2026 op te sturen. Of dat lukt? Geen idee. We gaan het zien.

En de mijlpaal van 2025 was dan toch: het eerste praktijkpaper af, hoofdstuk 4 in het proefschrift.

Doordat ik voor de zomer alle data weer paraat had, lukte het me met nieuwe focus en een gezondere dagindeling om meters te maken. Ik dwong mezelf om het klein te houden. Geen allesomvattend verhaal, geen volledige theoriebijdrage, maar één duidelijke analyse die goed genoeg is. Eventueel kan dit later worden uitgebreid naar een journal paper, nice to have, maar nu was het belangrijkste: iets afronden en indienen.

Ik had enorm profijt van het werk dat ik vóór de zomer had gedaan. Doordat alle data al opnieuw gecodeerd waren, lagen de bouwblokken klaar. Soms lijkt het alsof er maandenlang weinig voortgang is, en dan ineens klikken dingen in elkaar. Eerder dit jaar schreef ik bijvoorbeeld al een blogreeks over de principes van mensgericht werken, vooral om er zelf op te broeden. Die gedachten heb ik nu veel uitgebreider en analytischer kunnen verwerken in het artikel.

Terugkijkend

Het is te vroeg om de vraag te stellen of ik het opnieuw zou doen, een PhD. Ik denk oprecht dat je er naïef aan moet beginnen, anders doe je het niet. In de guide voor ambtenaren-promovendi die ik dit jaar schreef, probeerde ik eerlijk te zijn zonder al te negatief te worden. Het ís ook echt bijzonder dat ik dit onderzoek mag doen, dat het maatschappelijk zo relevant is, en dat ik zoveel vrijheid krijg.

Maar: grenzen, grenzen, grenzen. Terugkijkend had ik niet én een uitgebreid conceptueel stuk én 2,5 jaar durend etnografische studie in de praktijk moeten doen. Beide zijn op zichzelf al enorm uitdagend, en vragen een totaal andere onderzoeksmodus.

2026 wordt het laatste jaar. Ik heb maar 1 doel: het proefschrift naar de leescommissie. Mij dus niet bellen. Pas in 2027 weer. Na een laaaange vakantie.

Categorieën
Promoklip

Recap 2024

Inmiddels mijn jaarlijkse traditie: een terugblikblog, phd-editie. Lees ook die uit 2023 of het voorbereidingsjaar 2022.

Wil je elke maand een update in je mailbox over mijn onderzoek? Abonneer je dan op mijn nieuwsbrief.

Januari

Het jaar begon met een vliegende start. Ik schreef een eerste draft van een artikel over een nieuw conceptueel framework voor design bij de overheid. Een groot deel van het theoretisch onderzoek dat ik in 2023 deed en de ideeën die ik had, kregen een plek. Een mooi fundament voor de rest van het onderzoek. Ik schreef deze blogs erover:

Bureau met paperassen
Schrijven, schrijven, schrijven

In december hoorde ik onverwachts dat ik in januari al kon beginnen bij het CJIB. Die wilde de PhD verder faciliteren en ik kon daar mogelijk ook mijn praktijkcasus doen. Er waren veel redenen waarom dit veel te snel ging, maar een kans moet je ook niet laten glippen. Uiteindelijk begon ik in februari zodat ik de hele maand januari nog ongestoord kon schrijven.

Voorjaar

Tot aan de zomer nam ik de tijd om de organisatie te leren kennen en het werk te observeren. Daarnaast volgde ik een aantal cursussen om te leren hoe ik dit praktijkdeel kon aanpakken. Al snel zat ik middenin een enorme bak interessante data. Er gebeurden zoveel leuke en coole dingen bij het CJIB. Samen met mijn begeleidingsteam vanuit de universiteit besloot ik: ja, dit is een super toffe casus, hier ga ik m’n praktijkonderzoek doen. In het najaar besloten we zelfs dat ‘schuld innen’ de hele kapstok wordt van de promotie. Een eventuele vervolgcasus gaat dan ook over dit onderwerp bijvoorbeeld vanuit het perspectief van een andere organisatie.

Ik schreef deze blogs:

Ik nam in deze periode ook de tijd om mijn conceptueel framework verder aan te scherpen en de draft van januari te herschrijven na feedback (zo gaat dat). Ik bleef veel lezen en verfijnde mijn onderzoeksvragen.

In april overleed plotseling een goede vriendin van me. Deadlines die toen speelden, liet ik voor wat ze waren. Een groot deel van het onderzoek ging toen op ratio en discipline. Het was daarentegen superfijn om bij het CJIB steeds meer een vaste basis te krijgen en bij een leuk team te horen.

Zomer

Vanaf het begin schreef ik in een dagboek bijna alles op wat ik tegenkwam bij het CJIB. Samen met een collectie interviews had ik inmiddels erg veel data en nam ik in de zomer een data-verzamel-stop. Moedig deed ik een eerste poging om alles te structureren en te analyseren. Dat was taai werk en vroeg veel discipline en doorzettingsvermogen. Mijn zomervakantie schoot er bij in maar ik vond een ritme van ’s ochtends data-analyse, een goede lunch- en hardloopbreak en ’s middags weer verder met data coderen.

De data-analyse aanpak lees je in de blog: Hoe je begrijpt wat je ziet als je onderzoekt.

Najaar

De zomer doorbuffelen zorgde er wel voor dat ik in september met het team de eerste inzichten kon bespreken. Samen keken we hoe we deze inzichten konden inzetten in het programma. Ik gaf een paar presentaties extern die me hielpen om mijn gedachten scherp te krijgen.

Bijvoorbeeld bij een evenement van PONT samen met Kustaw Bessems waar ik deze blog over schreef: Over ontwerpen in/van het openbaar bestuur. De presentatie staat op Youtube:

In de laatste weken van het jaar ging ik dan toch eindelijk op vakantie en werkte ik bij het CJIB met het team samen om een aantal principes en activiteiten van mensgericht ontwerpen concreet toe te passen. Deze sessies voegde ik toe aan mijn datacollectie voor een potentiële tweede wetenschappelijke publicatie over de casus.

Op mijn blog begon ik met een serie hierover, die in 2025 verder gaat.

Met het team aan de slag

December

Het jaar eindigde wat in de mineur. De eerste dag na mijn vakantie zat er een afwijzing in de mail. In de zomer had ik voor het eerst een onderzoeksvoorstel naar een wetenschappelijk tijdschrift gestuurd. De kans was klein dat het geaccepteerd werd, maar toch, een afwijzing zonder boe of ba is nooit leuk.

In dezelfde week ontdekte ik dat ik een deel van mijn data-analyse anders, en dus deels opnieuw, moet doen. “Dat hoort erbij en is helemaal normaal,” verzekerden mijn begeleiders mij maar toch rende ik een uur later zielig in de regen met mijn zieltje onder de arm.

Je weet van te voren dat een promotie-onderzoek zwaar is. Iedereen zegt het tegen je. En ergens moet je het misschien ook niet helemaal weten van te voren, want begin je er anders wel aan? Tijdens het bergklauteren op vakantie hoorde ik van mijn GPS dat het pad zich 90m links van me bevond en ik dacht alleen maar “&*#&$ welke links dan?” Ik deed een uur over 1km maar toen was het uitzicht wel prachtig, zie de foto aan het begin van deze blog. Ik hou me maar voor dat het met een PhD net zo is.

Goed, we zijn over de helft met het promotie-onderzoek. Hopelijk is het pad in 2025 wat beter te zien en minder steil. En, goed voornemen, ga ik wat vaker met een snackje van het uitzicht genieten.

Snackje op vakantie