Categories
Hoe doe je onderzoek? Promoklip

Full circle onderzoek

Gisteren kwamen meer dan 100 onderzoekers die bij de overheid werken bij elkaar in Utrecht. De overheidsbrede onderzoekscommunity hield samen met Gebruiker Centraal haar eerste evenement in het echt, en de organisatie moest aan deelnemers vragen of er echt maar 5 mensen per overheidsorganisatie kwamen. Als je mij 10 jaar geleden dit had verteld, had ik je niet geloofd. Er werken inmiddels al zoveel onderzoekers bij de overheid. Super.

In dit blog deel ik mijn presentatie: over de context waarin wij werken en waarom onderzoekers nodig zijn voor goede dienstverlening. We blikken terug op hoe ver we zijn gekomen, en ook vooruit: wat is er nodig om de leefwereld van burgers leidend te laten zijn bij het maken van overheidsdiensten? Ik noem dat full circle onderzoek doen.

Elke maand een update in je mailbox over mijn onderzoek? Abonneer je op mijn nieuwsbrief.

De cirkel van democratie en dienstverlening

In mijn onderzoek gebruik ik een indeling tussen de systeemwereld en de leefwereld, met zowel een collectieve als een individuele kant. Hierdoor ontstaan er 4 kwadranten. Aan de collectieve kant geeft de zittende macht samen met volksvertegenwoordigers vorm aan hun visie op de samenleving. Deze visie wordt vervolgens vertaald naar wetten, beleid en dienstverlening voor individuen. Pas na interactie tussen burgers en de overheid wordt dit werkelijkheid in de context van de mensen zelf, oftewel de leefwereld. Ook in de leefwereld groeperen individuen zich en proberen zij hun ideeën over de samenleving te verwezenlijken, waardoor de cirkel rond is.

Tekening van de cirkel van democratie en dienstverlening
Tekening van de cirkel van democratie en dienstverlening.

Van deze cirkel ervaren de meeste mensen vooral de individuele kant. “Mensen ervaren geen beleid, ze ervaren diensten,” zegt onderzoeker Sabine Junginger (2016). Dat betekent dat de taak van overheidsdienstverleners is om collectieve waarde te vertalen naar individuele ervaringen die ook waardevol zijn.

Wil je meer weten over deze collectieve en individuele kant? Lees dan de blog Uitvoerder én dienstverlener.

Dat is niet makkelijk. De praktijk van de systeemwereld is nu vaak een grote waterval. Het gaat met de klok mee in een cirkel, van beleid naar dienstverlening en stort zich uit over burgers en de samenleving. Als je het er niet mee eens bent, kun je dat laten merken in je stemgedrag.

Het kan anders zijn als we de ervaringen van burgers verzamelen en, tegen de klok in, in de systeemwereld introduceren. Die ervaringen kunnen bepalend zijn voor hoe we diensten aanbieden en hoe we überhaupt diensten ontwerpen. Voor het beleid dat daarvoor wordt vastgesteld, en ja, misschien ook voor de wetgeving en de bijbehorende ideeën over interventies in de maatschappij en het effect dat dit met zich meebrengt.

We moeten het helemaal omdraaien. En dat kunnen we, omdat dat precies ons vak is als onderzoekers bij de overheid.

Wij halen ervaringen op uit de leefwereld van mensen. We hebben verschillende methoden en technieken om dit goed te kunnen doen. Bovendien zijn we in staat om deze verhalen op een zodanige manier binnen onze organisaties te delen, dat collega’s erdoor gemotiveerd worden om actie te ondernemen.

Dat hebben we de afgelopen 10 jaar wel laten zien.

Hoe het begon

In de meeste organisaties begon het met het testen van schermen. Voor mij ook. Ik ben in 2013 begonnen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Een van de eerste dingen die ik leerde, was hoe je een gebruikstest moest opzetten en uitvoeren. Ik bezocht scholen met mijn laptop onder de arm. Op kantoor liet ik filmpjes zien aan collega’s en vertelde ik hoe studenten of medewerkers van scholen onze digitale diensten ervaarden.

Kijk zo cute: mijn eerste stappen in de onderzoekswereld.

In 2017 begon ik met mijn blog. Ik deelde wat ik leerde en wat we bij DUO uitprobeerden. Jullie stuurden me ook steeds vaker jullie ervaringen.

Ik zag dat we als onderzoekers groeiden. We gingen van het testen van schermpjes naar het onderzoeken van hoe alle interactiemomenten met de overheid verbeterd konden worden. We leerden nieuwe onderzoeksmethoden en bedachten creatievere manieren om de inzichten te delen binnen onze organisaties. We gingen holistischer te werk en probeerden ook de persoon achter de gebruiker te leren kennen.

We werkten slimmer. Om op te schalen gingen we onze inzichten bundelen en archiveren. We gingen ons beter organiseren en er kwamen ook onderzoeksfuncties voor die logistieke kant.

En toen begonnen sommige van ons af en toe telefoontjes te krijgen van verdwaalde beleidsambtenaren die een doenvermogentoets moesten uitvoeren. “Ik kreeg je naam door, misschien kun je mij helpen?” Dat kunnen we zeker.

En zo gingen we met de inzichten uit de leefwereld steeds dieper de systeemwereld in.

Laten we dan ook even verder dromen. Waar gaan we heen? Wat gun ik ons vakgebied?

Meer kwaliteit

Om de hele leefwereld beter te begrijpen, zowel het individuals het collectief, moeten we ons werk verbeteren. Hiervoor hebben we meer diversiteit nodig in onderzoeksrollen. Het veld is zo groot dat niemand goed is in alle onderzoeksmethoden die we nodig hebben. Dat is ook niet nodig. In het verleden hadden we onderzoeksteams bestaande uit één persoon die alles deed, maar dat is niet langer mogelijk. Een goed onderzoeksteam bestaat uit gebruikersonderzoekers, strategische onderzoekers, klantreis-experts, gedragswetenschappers en nog veel meer. We moeten het volledige scala aan onderzoeksmethoden omarmen.

Scholieren uit Sneek denken na over studiefinanciering
Scholieren uit Sneek denken na over studiefinanciering

Diversiteit zegt ook iets over wie wij zelf zijn. Ik zie nog steeds te vaak een hele homogene groep als ik om me heen kijk. Juist wij, die de bias van de overheid willen toetsen, moeten ook onze eigen bias kennen. We hebben veel te weinig mensen van kleur in onze teams. Eén op de 5 mensen heeft een zichtbare of onzichtbare beperking, maar als ik nu rondkijk, is dat vrijwel onzichtbaar. Onze teams zijn niet divers en dat is een probleem. Daardoor hebben we te veel blinde vlekken die invloed hebben op hoe we ons werk doen.

Mensen spreken

Dan moet mij iets van het hart. Het mag echt geen probleem meer zijn om respondenten te spreken. Echt. Kom op. Dit is nog veel te vaak een probleem in organisaties. “Wat beloof je ze dan?” “Nee, de AVG.” “Het moet wel efficiënt zijn.” Menselijk contact is per definitie niet efficiënt, sterker nog: het wordt beter naarmate het minder efficiënt is. We kunnen ons werk alleen doen als we echt contact mogen hebben met burgers. We moeten dit gedoe niet meer accepteren.

Opschalen

Als we de dienstverlening aan burgers echt willen verbeteren, moeten we onze activiteiten uitbreiden. Het is geweldig dat steeds meer ontwikkelteams gebruikstesten willen doen in een sprint, maar stel je nu voor dat alle teams in je organisatie in elke sprint een gebruikstest willen doen? Hoe gaan jullie dat voor elkaar krijgen?

We moeten dus meer investeren in de organisatorische kant. Het contact met mensen hoeft niet efficiënt te zijn, maar we kunnen ons onderzoekswerk wel efficiënt organiseren. Dit vraagt voor de meesten van ons om een andere aanpak. De creatieve en menselijke kant is sterk vertegenwoordigd bij de meesten van ons, maar nu is het tijd om ook de ambtelijke blauwe kant weer te omarmen.

Beleid en diensten samen maken

Ik zie steeds meer samenwerking tussen beleid en uitvoering, en onderzoek vormt daarvoor de basis. Ik hoop dat dit de standaard manier van werken wordt bij de overheid. Zodat beleid wordt gebaseerd op inzichten van gebruikers en dat het samen met het ontwikkelen van diensten steeds wordt getoetst bij burgers.

Hiervoor moeten we stoppen met die waterval. Ik weet dat ik hiermee een bekend punt aankaart, en dat we er vaak over klagen. Maar we staan niet machteloos aan de zijlijn. We kunnen helpen om de waterval te stoppen.

Inzichten delen = open werken

Wat mij betreft is de beste manier om de waterval te stoppen, door je werk te delen. Deel de verhalen van burgers. Deel hoe je je werk doet en wat het oplevert. Deel ook de momenten waarop het niet goed gaat. Vooral verhalen over onderzoeksinzichten die vastlopen in een log proces of op een systeem dat al af is, helpen ons om te begrijpen hoe we anders moeten werken.

Vaak schiet het erbij in om ook nog een goed deelbaar verhaal te maken. We zijn al zo druk. Ter illustratie: ik ben al jaren ongeveer 1 dag per week kwijt aan dit blog en het geven van en delen van presentaties. En ook nu, op vrijdagmiddag, ben ik bezig met het uittypen van mijn presentatie van gisteren. Ik doe dit omdat ik weet dat het onze vakgroep verder helpt. Doe met me mee en draag bij. Ik weet immers alleen maar wat ik toevallig meemaak en zie in Groningen hier. Samen kunnen we veel meer leren.

Het is pas echt als het echt is

Het is geweldig dat we pilots, proeftuinen en experimenten uitvoeren. Maar pas wanneer een burger daadwerkelijk een betere dienstverlening ervaart, kunnen we koffie halen. Daarom is het niet vreemd om net zoveel tijd te besteden aan het delen van je werk en het volgen van wat ermee gebeurt, als aan het daadwerkelijke onderzoek. Wat heb je eraan als je al die moeite doet en er vervolgens niets mee gebeurt?

Laten we streven naar full circle onderzoek doen. We beginnen bij de leefwereld, bij de burger, uiteraard. Met de inzichten gaan we onze organisatie in en klimmen we op in de waterval. Dat kunnen we. We werken samen met anderen om de processen en systemen aan te passen, om beleid en, indien nodig, wetgeving aan te passen. Vervolgens onderzoeken we opnieuw hoe we die aanpassingen kunnen vertalen naar individuele ervaringen.

Full circle onderzoek begint en eindigt in de leefwereld.

Full circle onderzoek doen begint en eindigt bij de burger.

Toen ik ambtenaar werd, zei mijn toenmalige manager Theo: “Maike, het gaat heel lang duren voordat je iets kunt veranderen bij de overheid. Maar als het je lukt, heb je echt iets bereikt.”

Dus laten we beginnen doorgaan.

Verder lezen?

Dit blog staat vol met tips hoe je onderzoek doet en je organisatie meekrijgt. Bijvoorbeeld: